Een broederpaar uit Tienhoven

Had onlangs lust in vrijen,

Zij zochten saam in Middelkoop

Twee meisjes met hun . beien .

Ze deden bei ook braaf hun best

In het gevlei te komen

Van 't maagdenpaar uit Middelkoop,

De meiskens uit hun droomen.

En 't broederpaar uit Tienhoven

Mocht er zoowaar in slagen,

Het Middelkoopsche maagdenpaar

Steeds beter te behagen.

De aangeboren schuchterheid

Van plattelandsche schoonen,

Zij tooverde eerst wel een blos

Op Middelkoopsche koonen,

Maar 't broederpaar uit Tienhoven

Gedroeg zich koen als helden

En konden in hun dorperskring

Dra een victorie melden.

Zij' wisten toch der maagden hart

Geheel voor zich te winnen ....

In 't Middelkoopsche mannenhart

Sloop d'ijverzucht toen binnen.

Wat dacht dat ijdel broederpaar

Uit Tienhoven's gewesten,

Dat voor een Middelkoopsche maagd

Geen Middelkoopers restten?

Moest Tienhoven juist vrijen gaan

In Middelkoopsche beemden,

En aan het mannendom aldaar

Der maagdenhart ontvreemden?

Zoo moikte men in Middelkoop

En Middelkoopsche mannen

Beraamden toen tezaam een plan

Om Tienhoven te bannen.

Geen Middelkoopsche jongeman,

Die ooit den smaad zou dragen.

Dat Tienhoven slechts slagen zou

De maagden te behagen.

Dat broederpaar uit Tienhoven

Moest maar eens ondervinden,

Dat Middelkoop zich zoo maar niet

Liet rooven zijn beminden.

En toen de avond was gedaald,

Stond Middelkoop te loeren

Om aan het vrijend broederpaar

Zijn wraaklust te volvoeren.

Het Middelkoopsche ridderdom

Stond op den dijk te wachten,

Om met die twee uit Tienhoven

Te meten zijne krachten.

Helaas het kwam wèl anders uit,

Want Tienhoven kon vechten

En bleek maar al te zeer bereid

Tc strijden voor zijn rechten.

De Middelkoopers kregen klop,

Ook Tienhoven kreeg klappen,

Dat was het bloedig resultaat

Van al die minne-grappen.

De rechter sprak een woord zelfs mee,

 

Want één der vechtersbazen

Had t met zijn leven schier geboet;

O, Middelkoopsche dwazen!

Straks zucht een minnaar in de cel

Als loon voor 't messen-trekken;

Laat, minnend jonge-mannen-dont,

U dit tot voorbeeld strekken.

Wanneer Uw hart tot vrijen dwingt,

Vrij niet in and're oorden,

Spreek in de eigen buurtschap steeds

Uw teed're liefdeswoorden.

Want wekt gij' jalouzie eens op,

Is ‘t kwaad niet meer te keeren,

Laat U het Tienhovensch geval

Uit dan tenminste leeren.

Maar heel wat beter waar' het nog,

Kon Middelkoop besluiten:

Wij sluiten voortaan jalouzie

„Voor goed en altijd buiten".

Doch ‘k vrees: die hoop is wel vergeefs,

Dat mocht zoo vaak reeds blijken,

Waar Amor toch zijn' pijlen schiet,

Komt jalouzie ook kijken. •

 

NIEUWE APELDOORNSCHE COURANT VAN ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1928. (Derde Blad)

Hoekjes en Gaatjes